Glacier National Park – dag 1
Vrijdag 30 juli 2010
Vandaag nemen we de ‘going-to-the-sun’ road door Glacier National Park. Deze weg van 50 kilometer lang loopt dwars door het park en langs verschillende mooie plekken.
We beginnen de rit langs Lake St. Mary, een van de twee grote meren in het park. In het meer ligt een heel klein eilandje dat Wild Goose Island heet. We stappen uit om het uitzicht hier te bewonderen.
Daarna rijden we verder naar Sun Point en de Baring Falls. We besluiten eerst naar de Baring Falls te lopen, een kleine waterval in de Baring Creek, niet zo ver van de weg af. Het is een rustig pad en we komen hier gelukkig minder mensen tegen dan op de weg.
Wanneer we naar Sun Point lopen, een tripje van een kilometer of twee, komen we helemaal weinig mensen tegen en we hebben hier een prachtig uitzicht over het meer.
Bovenop de rotsen staat een kompasroos, die aangeeft hoe de verschillende bergtoppen heten die we rondom zien.
Wanneer we bij het hoogste punt in de weg zijn, Logan’s Pass, waar ook een visitor center is, blijkt daar de parkeerplaats helemaal vol te zijn. We besluiten om het morgen nog een keer te proberen hier.
Dan rijden we weer verder en in de buurt van de ‘weeping wall’ zien we een aantal berggeiten grazen. Er is inmiddels een hele verkeersopstopping ontstaan van mensen die hier foto’s van nemen. Wij vinden ook nog een plekje langs de weg en schieten ook wat plaatjes.
Deze berggeiten zijn het symbool van Glacier park en later zullen we er nog meer tegen komen in de bergen
We rijden weer verder naar de weeping wall. Hier loopt het water van de rotsen af en je kunt er ook onder gaan staan, als een douche.
Rob wist wat er ging komen en heeft voor de gelegenheid een paraplu meegenomen.
We zijn nog geen tien minuten verder of daar zien we hem: een berenjong langs de kant van de weg. Hij is zich van geen kwaad bewust en eet rustig wat van de bloemen die langs de kant van de weg staan. Moederbeer is nergens te bekennen.
De parkwachters zijn nooit zo blij met beren langs de weg. Ze proberen ze zoveel mogelijk weg te jagen door vuurwerk naar ze te gooien, zodat ze niet aan mensen gewend raken. Dit was dus echt een bijzondere ontmoeting. Gelukkig zaten we veilig in de auto en waren we niet onderweg op een of ander bospad….
We rijden verder door naar Lake McDonald, het tweede grote meer in het park. Hier eten we wat en daarna moeten Peter en Eline het water toch echt even proberen.
Aan het einde van de dag doen we nog de wandeling naar Avalanche Lake. Dit is een pad van ongeveer 3 kilometer (en weer 3 kilometer terug) naar een prachtig meer. Het is er heel rustig en je kunt de bergtoppen prachtig in het water zien spiegelen.
Op de terugweg lopen we langs het pad van de ceders, waar enorme bomen langs een houten promenade staan.
Dan rijden we weer terug naar de camping en komen onderweg nog twee bighorn schapen tegen, die gevaarlijk op het muurtje langs de weg balanceren.
Uiteindelijk komen we vrij laat weer terug bij de camping. Een kampvuurtje zit er vandaag dus niet meer in.
Meer foto’s van deze dag staan hier
Laat een reactie achter
You must be logged in to post a comment.