Remberance day op school
Dinsdag 10 November 2009
Morgen is een vrije dag voor de meeste mensen. Daarom hebben de kinderen op school vandaag alvast hun rememberance day bijeenkomst (dodenherdenking).
Voor Eline is het een speciale bijeenkomst, ze zit niet alleen in het koor, maar mag ook een verhaal vertellen over haar familie.
Een paar weken geleden kregen we een brief thuis met daarin de vraag of we een verhaal hadden over de oorlog, wat we tijdens de bijeenkomst kunnen delen.
We hebben toen opa gevraagd naar wat verhalen over de Tweede Wereldoorlog en daar hebben we een verhaaltje over geschreven. Na het zo te hebben herschreven dat het geschikt was voor de bijeenkomst mocht Eline dat vandaag voorlezen.
We hebben een aantal keer geoefend uiteindelijk heeft ze het heel goed gedaan! Opa kan trots zijn op zijn kleindochter.
Hier is de tekst die ze oplas:
Farmers were still able to grow their own food and live of their livestock. People in the cities had to go out to the countryside to trade their valuable goods like jewelry and linens for simple food like potatoes and vegetables, just to be able to stay alive.
My great grandfather, who you can see in the picture on the wall, had a business in herbs and spices. He could go out and trade these for the food his family needed. He was also lucky to own a horse and cart.
He kept his horse cleverly hidden from the occupiers. They took all the strong and healthy horses, to use for themselves, unless you had a permit to own a horse. All horses were examined before you could get a permit. When it was time for my great grandfather to have his horse examined he borrowed an old worn out horse from a friend. The occupiers didn’t want this horse, so he could take it back, along with a permit he used for his own healthy horse.
With his horse and cart he could go out to the countryside further than the people that had to walk there. This way he helped his family, but also a lot of other people in his Church. He would get notes from his pastor, telling him where farmers lived that were wiling to give him food for families in Amsterdam, who were in desperate need of help. He would drive there, a one-day trip in the bitter cold of that hard winter, and come back with food the next day. He had to be careful not to be caught and his food taken from him.
In May 1945 the Netherlands were freed by the Canadian forces. Every year on May 4th we have a remembrance day in the Netherlands. Old soldiers from Canada and their families join us every year in this Remembrance Day. The Dutch are still very grateful to the Canadians for their help during the Second World War and especially for the liberation of the Netherlands.
Thank you for letting me share my family’s story with you.
Na haar kwam nog een ander meisje, die een oom heeft in Afghanistan, en uit kon leggen wat hij daar deed.
Tussendoor werden allerlei liederen gezongen.
Onder andere het lied over Flanders Fields, waar de gewoonte om poppies (klaprozen) te dragen vandaan komt.
Ik schakelde helaas iets te laat in. (Eline staat op de achterste rij, achter de juf):
De tekst:
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
De vertaling:
Tussen de kruisen, rij aan rij
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend
ook al hoor je ze nauwelijks te midden van het kanongebulder
aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden
leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we
in Vlaanderens velden
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand
de toorts; aan u om haar hoog te houden
Als gij breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen
in Vlaanderens velden.â€
In Flanders Fields is een gedicht van de Canadese militaire arts en dichter John McCrae (30 november 1872 – 28 januari 1918). De definitieve versie schreef hij op 8 december 1915.
Klaprozen bloeien als andere planten in de buurt dood zijn. Klaprozenzaden kunnen jarenlang op de grond liggen en pas beginnen te groeien als de nabije planten en struiken weg zijn, bijvoorbeeld als de grond werd omgewoeld en vervuild. De meeste klaprozen zijn altijd waar te nemen op plekken waar slooppuin in de grond ligt.
Natuurlijk was de grond rond de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog grondig ‘omgespit’ en besmet door de gevechten en bombardementen. McCrae moet dan ook honderden klaprozen hebben zien bloeien toen hij in 1915 het gedicht schreef.
Maar de klaproos heeft nog een andere betekenis in In Flanders fields. Sommige klaprozen, die gerekend worden tot de papavers, worden gebruikt om opium en morfine van te maken; morfine is een sterk verdovend middel dat vaak werd gebruikt om de pijn van gewonde soldaten te stillen – soms voor eeuwig. De laatste verzen We shall not sleep, though poppies grow / In Flanders fields duiden op de verdovende werking van morfine.
Daarbij is de aanblik van de bloem vervuld van symboliek: niet alleen zijn de blaadjes rood als het bloed van de gevallenen, en is het binnenste zwart, kleur van rouw, in het hart van de bloem is ook een kruisvorm te zien, christelijk symbool van lijden en verlossing bij uitstek.
Tot slot werd de ‘last post’ geblazen en hielden we nog een minuut stilte.
Het is een mooie manier om zo de kinderen te betrekken bij de betekenis van oorlog en vrede en de vrijheid waarin we leven. Misschien moeten we daar in Nederland ook eens wat meer aan gaan werken!
Laat een reactie achter
You must be logged in to post a comment.