Zondag 27 juli 2008

Vandaag bezoeken we alsnog Fort Steele, een oud stadje. Er zijn allerlei oude gebouwen en voertuigen, allemaal van rond 1900. De stad is rond 1864 ontstaan, tijdens de ‘goldrush’ in het Kootenay gebied. Toen de stad in 1898 niet werd aangedaan door de trein, is het in verval geraakt. Toch zijn veel gebouwen in de spookstad bewaard gebleven. In 1961 is het gebied aangekocht door de provincie en opgeknapt. Sinds die tijd is een het openluchtmuseum.









































We maken er een rondje met de paard en wagen. Er lopen verschillende acteurs rond, die hier en daar een stukje opvoeren. We zien ook hoe een smid te werk gaat. Daar houden we nog een leuk souveniertje aan over. We kunnen er zien we hoe een winkel, een school en een hotel eruit zagen. Ook zijn er veel oude treinen. Na een lekker kop koffie met taart moeten we weer op weg. We hebben een lange rit naar huis voor de boeg.



In Sparwood stoppen we om ‘s werelds grootste vrachtwagen te bekijken. De vrachtwagen, Terex Titan, is in 1974 gebouwd door General Motors. Hij weegt 350 ton, is 22 meter lang en heeft 3300 Pk. Wat een gevaarte is dat. Ze hebben hem een aantal jaren gebruikt in de mijnen, totdat het in 1990 te duur werd om te repareren. Sindsdien gebruiken ze vrachtwagens die een slagje kleiner zijn.

























We rijden ook langs Frank’s Slide. Hier heeft in 1903 een lawine/grondverschuiving plaatsgevonden, waarbij een aantal mensen ook onder de rotsen zijn bedolven. In totaal zijn 70 van de 600 inwoners van het stadje Frank omgekomen.

In de buurt van Calgary rijden we nog langs het hek waar allerlei petjes op de palen zijn gespijkerd. We halen het net voordat het donker wordt. Het is een grappig gezicht. Wel een beetje gevaarlijk, zo langs een drukke weg



Zondagavond laat komen we dan weer aan in Calgary, waar we heerlijk kunnen slapen.